Faire l'exercice


fietsen /(het) wielrennen

(het) vissen

(het) wandelen

het hockey

het basketbal

( het) zeilen/
de zeilsport

(het) gewichtheffen

het tennis

het badminton

(het) lopen

het volleyball

het veldrijden


(het) zwemmen

het voetbal

(het) skiën

het rugby

(het) hoogspringen

turnen / de gymnastiek

(het) (rots)klimmen

het karate

(het) speerwerpen

(het) surfen

(het) golf

(het) paardrijden

Faire l'exercice