Al / alle / allen / elk(e) / heel / veel / enkel / weinig / enz...
Meerkeuze-oefening
Selecteer het antwoord dat je het meest correct lijkt en/of vul in.
............ keer is het hetzelfde, hij luistert nooit naar wat ik zeg!
- Enkele
- Elke
- Alle
- Hele
Er komen hier niet ............... mensen in het weekend. Meestal is het heel rustig.
- weinig
- enkele
- heel
- veel
........... mijn krachten moet ik inspannen om mijn doel te bereiken
- Alle
- Hele
- Al
- Al de
De ....... mensen die een TV bezitten, hebben ook een DVD-apparaat
- veel
- vele
- weinig
- enkele
De leraar geschiedenis heeft een schoolreis naar Auschwitz georganiseerd, en ......... de leerlingen van onze klas gaan mee.
- al
- heel
- enkele
- veel
Ik heet Theophile, maar de ....... noemen mij meestal Theo.
- meeste
- andere
- velen
- anderen
..... van die leerlingen moet een brief schrijven.
- Enkel
- Elke
- Elk
- Enkele
....... kent zijn rol in het toneelstuk.
- Iedereen
- Allemaal
- Allen
- Alles
Daar ga ik ....... mee akkoord.
- allemaal
- veel
- helemaal
- heel
Ze heeft zulke mooie ogen dat ...... jongens verliefd raken op haar.
- alles
- allen
- allemaal
- alle