afzetten - afhangen - gelden - afleggen - herstellen - traag - herinneren - gesprek - voetganger - mening.
1) Ik moet om 9 uur mijn examen economie : ik hoop dat de vragen niet te moeilijk zullen zijn.
2) Een interview is een tussen een journalist en een andere persoon.
3) Mijn computer werkt niet meer, denk je dat je die zou kunnen ? Ik heb geen geld om een nieuwe te kopen.
4) Ik ben van dat jonge bestuurders heel gevaarlijk zijn in het verkeer.
5) en fietsers zijn zwakke weggebruikers.
6) Ik me niet veel meer van gisteravond: ik had te veel gedronken!
7) je radio alsjeblieft , ik kan niet studeren!
8) "Kom je morgen met ons fietsen?" - "Ik weet het nog niet, dat van het weer ."
9) De verkeersregels voor iedereen in het verkeer.
10)" " is een synoniem van "langzaam"