Terug
Volgende
Basiswoordenschat 3 (B-C)
Vul de gaten in. Druk dan op "controleren" om uw antwoorden te controleren.
Kijk naar de woorden hieronder, en de zinnen onder de woorden: kies telkens één woord om de gaten in te vullen (vergeet ook niet dat woord eventueel te verbuigen of vervoegen)
bang - bedoelen - bereiken - bioscoop - blad - blauw - blijven - bord - boter - bouwen - brug - buiten - buurt - cadeau - centrum - chocolade - cijfers - citroen - collega - contacten
1. Komen jullie met ons mee? - Nee, we
liever hier.
2. Ze wonen in het
van de stad, dichtbij de Grote Markt.
3. Ze heeft prachtige
gehaald op haar examens
4. Ik ben
voor honden.
5. We vieren de verjaardag van mijn moeder volgende zaterdag, maar ik heb nog geen
gevonden.
6. Zijn ouders hebben een groot huis laten
in de Kerklaan.
7. Ik heb heel goede
met mijn buren.
8. Ze wonen in de
van het station.
9. De leraar schreef de oefening op het
.
10. Wil je een
papier om op te schrijven ?
11. Wil je melk of
in je thee?
12. “Hoe kom ik over de rivier?” - “Twee kilometer verderop is er een
”
13. Ik begrijp niet goed wat je zegt. Wat
je nu precies?
14. Het is vandaag prachtig weer, de hemel is helemaal
.
15. Het regent niet meer, ga nu maar
spelen.
controleren
OK
Terug
Volgende